In heel gewone mensentaal komt Raworth met een vernietigende kritiek op het bestaande (neo-klassieke) economische paradigma en stelt zij daar een heel ander beeld tegenover: “Wat als we in de economie nu eens niet begonnen met de gevestigde theorieën, maar met de lange termijndoelen van de mensheid?”(p.15) Wat langs die lijn ontstond was een ‘donut’.
Economie gaat er – aldus Raworth – om om binnen de Donut te blijven en die mogelijk te vergroten:
- Binnen de binnenste cirkel, bevindt zich menselijke ellende, die zo veel als mogelijk moet worden opgeheven
- Buiten de buitenste cirkel, het ecologisch plafond, bevindt zich de aantasting van de planeet b.v. door klimaatverandering
- In de donut zelf zit de ruimte waarin we binnen de mogelijkheden van de planeet kunnen voorzien in de behoeften van iedereen.
Boeiend is de nadruk van Raworth op de ‘kracht van beelden’: Beelden, meer dan woorden bepalen hoe we naar zaken kijken. Vanuit dit perspectief geeft ze aan dat veel van de beelden die in de (neo-)klassieke economie bepalend zijn geworden, hun oorsprong vinden in metaforische vergelijkingen vanuit de natuurwetenschappen. Dat geldt bij voorbeeld voor het kringloop-model van de economie van Samuelson, dat direct is geleend van de wereld van de hydrauliek. Het wordt dus tijd voor andere beelden. De ‘donut’ is zo’n beeld.
Wat ik boeiend vind aan dit boek is dat het een praktische weg wijst ‘vooruit’ wijst. Op dit moment hebben we geen waardevolle verbinding met onze leefomgeving, maar putten wij deze uit. Dat is een waardeloze verbinding en dat is voor mij het zelfde als diefstal en omdat we het al heel lang doen, is het eigenlijk een structurele afpersing. Raworth helpt ons naar een toekomst waarin we onze verslaving aan BBP-groei hebben weten om te zetten in een circulaire omgang met onze leefomgeving.