Bij de voorbereiding van mijn publicaties heb ik natuurlijk de nodige literatuur bestudeerd. Een aantal auteurs hebben daarbij mijn bijzondere aandacht getrokken.
Onderstaand heb ik aangegeven wat ik specifiek aan hen ontleen. Een samenvatting van de besproken boeken kan worden gedownload.
Annelien de Dijn: Vrijheid, een woelig concept
Annelien de Dijn is historicus en als hoogleraar verbonden aan de Universiteit Utrecht, waar ze een leerstoel politieke en intellectuele geschiedenis bekleedt. Haar onderzoek richt zich op de geschiedenis van het politieke denken in Europa en de Verenigde Staten van 1700 tot heden.
Manuel Castells, The Information Age: economy, society and culture
De – van oorsprong – Spaanse socioloog Manuel Castells heeft een indrukwekkende poging gedaan om tot een systematisch begrip te komen van de ontwikkeling van de samenleving aan het einde van de twintigste eeuw, die hij verklaart vanuit de ontwikkeling van de informatietechnologie.
Jonathan Holslag: De kracht van het paradijs, hoe Europa kan overleven in de Aziatische eeuw
Jonathan Holslag is als politicoloog verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij ziet zich zelf als een “world politics generalist, trying to see the big picture without losing sight of the details.”
“Maar hoe kunnen wij nu overleven in deze wereld?”
Luuk van de Middelaar: De Passage naar Europa;
In dit boek uit 2009 beschrijft Van de Middelaar de geschiedenis van de ontwikkeling van de Europese Unie als een “begin”: immer de EU is er waar eerst niets was. Preciezer: de EU is een politiek lichaam dat zich heeft gevestigd in een ruimte die dit politieke lichaam kennelijk toeliet.
Paul Teule, Vrijheid voor gevorderden.
Vrijheid is een kernbegrip in onze samenleving. Een waarde die we allemaal erkennen. Toch hebben we het er moeilijk mee. Dat komt omdat we stilzwijgend een negatieve definitie hebben omarmd: vrijheid is dat je niet belemmerd wordt om te doen wat je wilt doen. Het probleem hiermee is dat de vrijheid van de één de afwezigheid van de ander vereist. Zo kun je dus niet samenleven. Teule wil het begrip van ‘positieve vrijheid’ opnieuw munten.
Yascha Mounk: The People vs. Democracy
In dit boek onderzoekt Mounk de opkomst van het populisme, die zijn culminatiepunt heeft gevonden in het aantreden van Donald Trump en het gevaar dat de vrije democratische orde – waarvan we dachten dat deze stabiel was – hierdoor loopt. Tot voor kort dachten we dat het stelsel van liberale democratie had gezegevierd als de beste vorm van regering. Met de verkiezing van Trump veranderde dit beeld.
Jürgen Habermas, Strukturwandel der Öffentlichkeit
Wie zich wil bezig houden met de ‘Publieke Ruimte’ als de omgeving waarin Acterende Burgers (al dan niet) tot waardevolle verbindingen kunnen komen ontkomt er niet aan het boek van Habermas uit 1962 ‘Strukturwandel der Öffentlichkeit’ te lezen. Ik heb het overigens in de Engelstalige versie gelezen: The Structural Transformation of the Public Sphere, an inquiry into a category of bourgeois society.
Habermas’ opgave was – zo blijkt uit zijn voorwoord – om het fenomeen van de “bourgeois public sphere” (de “bürgerliche Öffentlichkeit) te analyseren. Hij kiest voor een aanpak die tegelijk sociologisch en historisch is. Daarbij ligt de focus op het liberale model van deze burgerlijke publieke ruimte, zoals wij dat op dit moment kennen.
Kate Raworth, Donut economie: in zeven stappen naar de economie van de 21e eeuw
In heel gewone mensentaal komt Raworth met een vernietigende kritiek op het bestaande (neo-klassieke) economische paradigma en stelt zij daar een heel ander beeld tegenover: “Wat als we in de economie nu eens niet begonnen met de gevestigde theorieën, maar met de lange termijndoelen van de mensheid?”(p.15) Wat langs die lijn ontstond was een ‘donut’.